第332回:電子書籍の中古販売に関するオランダの控訴審判決
前回の最後に少し書いた通り、第320回で取り上げた電子書籍の中古販売に関するオランダの判決に対する控訴審判決がこの1月20日にアムステルダム高裁から出された。その内容はやはり興味深いものであり、またここで紹介しておきたいと思う。
まず、判決文(オランダ語)から裁判所の具体的な判断が示されている後半の部分を以下に訳出する。
3.5.1. In zijn arrest van 3 juli 2012 in de zaak van UsedSoft GmbH tegen Oracle International Corp (C-128/11, hierna: het UsedSoft arrest) heeft het Hof van Justitie EU (hierna: het Hof van Justitie) naar aanleiding van aan dat hof voorgelegde prejudiciele vragen geoordeeld dat de in artikel 4 lid 2 van de Softwarerichtlijn (Richtlijn 2009/24/EG van 23 april 2009) voorziene uitputting van het distributierecht van de rechthebbende door de eerste verkoop in de EU van een kopie van een computerprogramma ook geldt indien de desbetreffende kopie niet op een fysieke drager doch online, in het kader van een licentieovereenkomst, door de auteursrechthebbende aan de verkrijger ter beschikking is gesteld, mits die ter beschikkingsstelling geschiedt voor gebruik zonder beperking in de tijd en door de verkrijger een vergoeding wordt betaald die met de economische waarde van de kopie overeenstemt. Volgens het Hof van Justitie leidt ook een dergelijke constructie, in het kader waarvan de houder van het auteursrecht op een computerprogramma aan de klant het recht verleent om een kopie daarvan te downloaden, in de geschetste omstandigheden tot eigendomsoverdracht van die kopie en moet deze derhalve als eerste verkoop in de zin van genoemde bepaling worden aangemerkt. Volgens het Hof van Justitie zou een andere benadering op onaanvaardbare wijze afbreuk doen aan het nuttig effect van de uitputtingsregel. Het Hof van Justitie tekent daarbij wel aan dat indien de verkrijger van een kopie waarvoor de uitputting van het distributierecht geldt tot wederverkoop daarvan overgaat hij, om geen inbreuk te maken op het exclusieve reproductierecht van de houder van het auteursrecht, ter gelegenheid van die wederverkoop de op zijn eigen computer gedownloade kopie onbruikbaar moet maken. Voorts heeft het Hof van Justitie geoordeeld dat de opvolgende verkrijger van een gebruikte licentie als hiervoor bedoeld een reproductierecht toekomt, hetgeen wil zeggen dat het deze verkrijger is toegestaan zonder toestemming van de rechthebbende een eigen kopie van het computerprogramma te downloaden.
Het debat van partijen heeft vooral betrekking op de vraag welke betekenis dit arrest - gewezen in een zaak waarin, zakelijk samengevat, de vraag speelde of de verkrijger van een licentie in het kader waarvan hem het recht is verleend om een computerprogramma voor eigen gebruik te downloaden deze licentie vervolgens aan een derde mag overdragen - heeft voor de onderhavige zaak, die betrekking heeft op de online doorverkoop van e-books.
3.5.2. Het hof sluit zich aan bij de overweging van de voorzieningenrechter inhoudende dat op dit moment niet met zekerheid kan worden gezegd wat de reikwijdte van het UsedSoft arrest is en dat er rekening mee moet worden gehouden dat de betekenis van dat arrest zich ook uitstrekt tot de handel in e-books. Ook de ‘koper’ van een e-book krijgt immers tegen betaling van een bepaalde prijs een niet in tijdsduur beperkt gebruiksrecht daarvan (en in zoverre is ook in dat geval een eventuele licentieverlening gelijk te stellen met verkoop). Voorts valt ook met betrekking tot e-books te verdedigen dat aan het nuttig effect van de uitputtingsregel - zoals neergelegd in artikel 4 lid 2 van de Auteursrichtlijn (Richtlijn 2001/29/EG van 22 mei 2001) - zou worden afgedaan indien deze beperkt blijft tot tastbare zaken en het diegene die tegen betaling van een redelijke vergoeding met toestemming van de rechthebbende een e-book heeft gedownload, niet zou zijn toegestaan om deze op de door Tom Kabinet voorgestane wijze - onder het onbruikbaar maken van de eigen kopie - door te verkopen. De formulering van rechtsoverweging 60 van het UsedSoft arrest waarin het Hof van Justitie de vraag noemt of voor onder de Auteursrichtlijn vallende werken de uitputting van het distributierecht alleen geldt voor tastbare zaken, doch het antwoord daarop expliciet in het midden laat, acht het hof in zoverre significant dat daarmee niet wordt uitgesloten dat het Hof van Justitie in een voorkomend geval tot een ander oordeel zal komen.
Dat de door uitgevers bij het beschikbaar stellen van e-books in rekening gebrachte prijs - NUV c.s. stellen dat deze ongeveer 30 % lager is dan die van papieren exemplaren - niet als reele tegenprestatie voor het verwerven van de ‘eigendom’ van het digitale bestand in de door het Hof van Justitie in het UsedSoft arrest bedoelde zin kan worden aangemerkt, vermag het hof niet in te zien nu aangenomen moet worden dat de productiekosten van de digitale versie van een boek substantieel lager liggen dan die van de papieren versie.
3.5.3. Aan NUV c.s. kan worden toegegeven dat het overwogene onder 28 en 29 van de considerans van de Auteursrichtlijn wat betreft de uitputtingsvraag in een andere richting lijkt te wijzen. Voorts is het de vraag hoe het voor online doorverkoop noodzakelijke reproductierecht van verkoper en koper (in het onderhavige geval het respectieve uploaden naar de site van Tom Kabinet door verkoper en het downloaden vanaf deze site door koper) moet worden geconstrueerd, nu de uitzondering op het toestemmingsvereiste neergelegd in artikel 5 lid 1 van de Softwarerichtlijn niet in de Auteursrichtlijn is opgenomen. Het hof houdt er echter rekening mee dat de economisch georienteerde redenering die aan de uitspraak van het Hof van Justitie in het UsedSoft-zaak ten grondslag ligt, waarbij (in rechtsoverwegingen 61 tot en met 63) wordt gewezen op de functionele gelijkwaardigheid van distributie van kopieen in materiele en immateriele vorm alsmede op de ratio van de uitputtingsregel (kort gezegd, de bescherming van de rechten van de rechthebbende mag in het belang van het vrije verkeer van goederen niet verder gaan dan noodzakelijk om te waarborgen dat deze voor een specifiek exemplaar van zijn werk een redelijke vergoeding ontvangt) aanleiding zal geven tot een zodanige interpretatie van de toepasselijke bepalingen dat het bestaan van de voor een online doorverkoop vereiste reproductierechten ook met betrekking tot digitale bestanden als de onderhavige wordt aangenomen. Tom Kabinet heeft in dit verband gewezen op de beperkingen en restricties opgenomen in artikel 5 van de Auteursrichtlijn (geimplementeerd in de artikelen 13 a en 15 e.v. van de Auteurswet).
Het hof ziet geen aanleiding om op grond van de overwegingen van het Hof van Justitie in het Nintendo arrest (arrest van 23 januari 2012 C-355/12) - dat zeer kort samengevat de toelaatbaarheid van technische voorzieningen ter bescherming van computerprogramma’s betreft - anders te oordelen over de hierboven onder 3.5.2 gesignaleerde onzekerheid. Het hof acht het voorts niet opportuun om hierover in het kader van het onderhavige kort geding aan het Hof van Justitie prejudiciele vragen te stellen.
3.5.4. Het hof verwerpt het betoog van NUV c.s. voor zover dat inhoudt dat de handelwijze van Tom Kabinet met betrekking tot op haar site geuploade legaal verkregen e-books als een (relevante) mededeling en ter beschikkingstelling aan het publiek van het desbetreffende werk moet worden aangemerkt, waarop de uitputtingsregel (per definitie) niet van toepassing is en waarvoor toestemming van de rechthebbende is vereist. Tom Kabinet heeft onweersproken gesteld dat zij bezoekers van haar site geen toegang tot de inhoud van het werk verschaft en dat de kopie van het e-book slechts beschikbaar wordt gesteld aan de koper daarvan.
Dat Tom Kabinet met betrekking tot de op haar site geuploade e-books zelf (relevante) reproductiehandelingen verricht wordt door haar gemotiveerd betwist en is in het licht van die betwisting niet voldoende aannemelijk geworden.
3.5.5. Hetgeen hiervoor onder 3.5.1 tot en met 3.5.4. is overwogen brengt mee dat met de toewijzing van een voorziening in kort geding voor zover die de doorverkoop van legaal gekochte e-books betreft behoedzaamheid moet worden betracht: de bestaande onzekerheid over hoe de bodemrechter over de inbeukvraag zal oordelen leidt ook in hoger beroep tot de slotsom dat voor zover de door NUV c.s. verlangde voorziening ertoe strekt Tom Kabinet te beletten een website te exploiteren, waarop onder de door haar gehanteerde en op haar website gepubliceerde voorwaarden e-books worden doorverkocht die met toestemming van de auteursrechthebbenden zijn gedownload, deze niet voor toewijzing in aanmerking komt.
3.6. Dat NUV c.s. er (los van het voorgaande) belang bij hebben om Tom Kabinet te beletten covers van door hun leden uitgegeven boeken en/of daarop geplaatste teksten te openbaren, is door hen onvoldoende toegelicht, zodat in het midden kan blijven of - zoals Tom Kabinet aanvoert - hierop de beperking voorzien in artikel 15a van de Auteurswet (het citaatrecht) van toepassing is.
3.7.1. Het voorgaande leidt echter niet tot de gevolgtrekking dat de door NUV c.s. in dit geding gevorderde voorzieningen geheel niet voor toewijzing in aanmerking komen. NUV c.s. hebben immers (onder meer door het overleggen van en groot aantal producties) voldoende feitelijk onderbouwd dat de door Tom Kabinet geexploiteerde website door derden niet alleen voor de doorverkoop van legaal gedownloade e-books wordt gebruikt maar dat via die website tevens in niet te verwaarlozen mate illegale exemplaren worden verhandeld. Het hof verwerpt het verweer van Tom Kabinet dat zij slechts een neutrale positie inneemt/neutrale dienst aanbiedt, te vergelijken met bijvoorbeeld een site als Marktplaats. Tom Kabinet exploiteert immers een website die speciaal is ingericht voor de doorverkoop van e-books, waarop deze (onder meer) ten behoeve van potentiele kopers gerubriceerd worden, door middel van advertenties speciaal onder de aandacht van dezen worden gebracht en in het kader waarvan Tom Kabinet ook een vergoeding (commissie) bedingt. Voldoende aannemelijk is dat Tom Kabinet op deze wijze (tegen betaling) een betrekkelijk eenvoudige en lucratieve mogelijkheid biedt om (ook) illegaal verkregen e-books door te verkopen en dat daar een wervende kracht vanuit gaat. Het op deze wijze faciliteren van inbreuken op de aan uitgever en hun auteurs toekomende rechten moet in beginsel jegens deze als onrechtmatig worden gekwalificeerd.
Tom Kabinet heeft weliswaar aangevoerd dat het haar streven is om dergelijke inbreuken juist te voorkomen en voert aan dat zij (technische) maatregelen neemt om illegale e-books te herkennen en van haar website te weren. Voorts wijst zij erop dat de e-books op haar site niet anoniem te koop kunnen worden aangeboden nu de betrokken aanbieders te traceren zijn aan de hand van door hen opgegeven emailadressen en bankrekeningen.
Dat Tom Kabinet op dit moment voldoende in staat is om te controleren of e-books op rechtmatige wijze door de aanbieder daarvan zijn verkregen en dat de door haar genomen maatregelen voldoende zijn om de doorverkoop van illegale e-books via haar website op adequate wijze te bestrijden, wordt door NUV c.s. echter betwist en is door Tom Kabinet in het licht van die betwisting niet voldoende aannemelijk gemaakt. Het hof verwerpt het betoog van Tom Kabinet voor zover dat inhoudt dat het aan NUV c.s. (c.q. de uitgevers) is om haar behulpzaam te zijn bij het treffen van de juiste/effectieve maatregelen en om de website van Tom Kabinet voortdurend in de gaten te houden teneinde deze in staat te stellen om via de door haar gehanteerde ‘notice and take down’ procedure illegale e-books van haar website te verwijderen. De verantwoordelijkheid voor het treffen van adequate maatregelen tegen inbreukmakende handelingen rust in de eerste plaats op Tom Kabinet die deze immers op de geschetste wijze faciliteert.
3.7.2. Dat de bij NUV c.s. aangesloten uitgevers (en hun auteurs) schade lijden als gevolg van de doorverkoop van illegale e-books via een website als die van Tom Kabinet is voldoende aannemelijk. NUV c.s. hebben er dan ook een evident belang bij dat daaraan een einde komt, hun vordering is daarmee voldoende spoedeisend.
Het hof verwerpt het betoog van Tom Kabinet dat de in 3.7.1 besproken grondslag in de appeldagvaarding op ongeoorloofde wijze is aangevuld. Ook in het kader van een kort geding is het toegestaan de feitelijke grondslag van de eis aan te vullen (mits in hoger beroep de twee conclusie regel in acht wordt genomen).
3.7.3. Het hof zal dan ook het door NUV c.s. gevorderde verbod in beperkte vorm toewijzen, waarbij het hof aantekent dat indien Tom Kabinet er alsnog in zou slagen om voldoende effectieve maatregelen te nemen om illegaal verkregen e-books van haar website te weren zij zich tot de voorzieningenrechter kan wenden met het verzoek dit verbod op te heffen.
3.5.1.そのユーズドソフト事件に関するオラクル・インターナショナル社に対する2012年7月3日の判決(C−128/11、以下ユーズドソフト判決)において、欧州司法裁判所(以下、欧州司法裁)は、付託された質問に対する返答として、ソフトウェア指令(2009年4月23日の欧州指令第2009/24号)の第4条第2項に規定された、EU域内でのコンピュータプログラムのコピーの最初の販売による権利者の頒布権の消尽は、著作権者が入手者に対して課したライセンス契約内に利用条件として時間的な制限がなく、コピーの経済的価値に相当する支払いがなされた場合に、物理媒体によるものではなくオンラインによる問題のコピーについても適用されると決定した。欧州司法裁によれば、コンピュータプログラムの著作権につき消費者にそのコピーをダウンロードするための権利が認められたという状況において、コピーの所有権の譲渡までされたのであり、よって、これはこの規定における最初の販売とされなければならないということになる。欧州司法裁によれば、他のアプローチは消尽の規則の効果に対して容認できない形で悪影響を与える。欧州司法裁は、すなわち、入手者は、頒布権が消尽したコピーについて再販売までできるが、著作権者の排他的複製権を侵害しないために、再販売する場合には自身のコンピュータにダウンロードしたコピーは使えなくしなければならないと考えている。さらに、欧州司法裁は、利用ライセンスの後の入手者は上述の通り複製権を得ていると判断した、このことは、この入手者は権利者の許諾なくそのコンピュータプログラムのコピーを自身のものとしてダウンロードできるということを意味する。
当事者間の争いにおける問題は、まず、この判決−この事件において、問題は、要約すれば、コンピュータプログラムを自身の利用のためにダウンロードする権利を与えるライセンスの入手者は、このライセンスを後に第三者に譲渡できるというものであった−が、電子書籍のオンライン販売が問題となっている本ケースにおいてどれほど関係して来るかである。
3.5.2.当裁判所は、ユーズドソフト判決の射程について、この判決の考えが電子書籍の取引にも拡張されるべきと現時点で確実に言うことはできないという仮処分手続きの裁判官と同じ判断に立つ。ここで、電子書籍の「購入者」も、ある額の支払いにより非時間的な範囲の利用権を入手する(さらにこの場合、販売時にあるライセンス条件が加えられることもあり得る)。さらに、電子書籍まで考慮すると、消尽の規則の効果は、−著作権指令(2001年5月22日の欧州指令第2001/29号)の第4条第2項に規定されていることから−有体物に限られ、適切な支払いをしたことにより権利者の許諾を受けて電子書籍をダウンロードした者は、これをトムキャビネットが提案するやり方で−自身のコピーを使えなくしつつ−販売することはできないということもあり得る。ユーズドソフト判決の段落60の文章において、欧州司法裁は著作権指令の下にある著作物についてその頒布権の消尽が有体物のみに適用されるかどうかという問題を引き合いに出しており、その答えはその後半にあるが、欧州司法裁が今後のケースで別の判断をするという可能性が排除されていないことは重要であると当裁判所は考える。
出版社が電子書籍について適用可能なものとしてつけた値段について−NUV等(訳注:オランダの著作権団体)は紙の本と比べて約30%低いと主張している−、欧州司法裁がユーズドソフト判決の中で言った意味において、デジタルデータの「所有権」の入手のための真の報酬と見られないということについて、ここでデジタル版の本の製造コストは紙版の製造コストより相当低いと言えるかどうか当裁判所にははっきりしない。
3.5.3.NUV等の言う通り、著作権欧州指令の前文28及び29に書かれていることから、消尽の問題については他の方向性も取り得る。さらに、オンライン再販売において、販売者及び購入者の複製権(本ケースにおいて、販売者によるトムキャビネットのサイトへのアップロード及び購入者によるそのサイトからのダウンロードについて)が必然的にどのように構成されるかが問題となるが、ここで、ソフトウェア指令第5条第1項に規定される許諾の例外は著作権指令に含まれていないのである。しかしながら、当裁判所の考えでは、(その段落61から63において)物質的及び非物質的なコピーの頒布の機能的等価性並びに消尽の原理について示されている通り、ユーズドソフト事件における欧州司法裁の判決の基礎にある経済的論理(要するに、権利者の保護は、自身の著作物のある特定の複製について適切な対価を受けられることを保証するために必要な程度を越えて物の自由な流通を阻害してはならないということである)から、本件の様なデジタルデータにも、オンライン再販売のために必要な複製権の存在が認められるという解釈も適切なものとして引き出され得る。トムキャビネットはこの点で(オランダ著作権法第13条から第15条までで実施されている)著作権指令の第5条に規定された限定及び制限を引き合いに出している。
当裁判所の見るところ、任天堂判決(2012年1月23日の判決、C−355/12)−ごく簡単に言えば、コンピュータプログラムの技術的保護手段の許容性に関するもの−における欧州司法裁の判断の中にも、上の3.5.2で指摘した不確実性を越える決定を導く根拠はない。さらに、当裁判所の考えでは、この仮処分手続きにおける欧州司法裁への質問付託は適切でない。
3.5.4.当裁判所は、トムキャビネットがそのサイトにおいて合法的に購入した電子書籍をアップロードし、(関係して)問題の著作物を公衆にアクセス可能としたと考えられ、そこで(定義から)消尽の規則は適用されず、権利者の許諾が必要であるというNUV等の主張をその限りにおいて却下する。トムキャビネットは明白に、そのサイトの訪問者は著作物の中身にアクセスすることはできず、電子書籍のコピーはその購入者のみに入手可能であると説明している。
トムキャビネットは、そのサイトにおいてアップロードされた電子書籍について、自ら(関係して)複製行為を行っていることはその弁明によって争いになっており、この争いは十分にはっきりしているとは言えない。
3.5.5.3.5.1から3.5.4までで検討したことから、仮処分手続きにおける前提となる認定として、合法的に購入された電子書籍の再販売に関しては慎重に判断されなければならない:本訴の裁判官が侵害の問題についてどう判断するかという不確実性があり、控訴審においても、トムキャビネットの運営によりそのウェブサイトにおいて公開された条件で著作権者の許諾を受けてダウンロードされた電子書籍が再販売されたということから、トムキャビネットがウェブサイトを運営することを差し止めるというNUV等が求める決定を認めることはできない。
3.6.(上述のこととは別に)NUV等が、その構成員が出版した本のカバー及び又はその中に含まれる文章をトムキャビネットが公開するのを差し止めることに利益を有していることは彼らによって十分説明されているが、−トムキャビネットが主張する通り−そこでは著作権法第15a条に規定されている制限(引用権)も適用され得る。
3.7.1.上述のことから、NUV等が本手続きにおいて求めた決定は全て妥当なものと認めることはできない。しかし、NUV等は確かに(さらに多数の品の提示により)、トムキャビネットが運営しているウェブサイトは第三者によって合法にダウンロードした電子書籍の再販売に利用されるだけでなく、このウェブサイトを通じて違法な複製物もかなりの量取引されていることについて十分根拠となる事実を示している。当裁判所は、中立的な立場で/中立的なサービス提供しているだけであり、それは例えば市場と比較できるようなサイトであるというトムキャビネットの抗弁を却下する。トムキャビネットは、確かに特に電子書籍の再販売向けのサイトを運営しており、そこでこれは(さらに)潜在的な購入者のために分類されており、特別な広告によってその注意を引くようになっており、その中でトムキャビネットも対価(手数料)も定められている。トムキャビネットはこのやり方で(支払いにつき)違法に入手した電子書籍の販売による単純で儲かる可能性を提供しており、それがそこにおける誘引力となっているということも十分あり得ることである。このやり方により出版社及びその著作者の有する権利の侵害を容易にしていることは原則としてこれに対し違法なものと評価される。
トムキャビネットはなるほど、そのような侵害を正しく抑止するよう努めていると主張し、違法な電子書籍を特定し、そのウェブサイトにおいてそれを止めるために(技術的)手段を取っていると主張している。さらに、電子書籍はそのサイトにおいて匿名で販売のために提供ことはできず、関係する提供者は与えられた電子メールアドレス及び銀行口座によって特定可能であることも示している。
トムキャビネットが現時点で電子書籍を合法的なやり方で提供者から入手しているかどうかを確かめることができることについて、そのウェブサイトを通じた違法な電子書籍の再販売に対して適切なやり方で対抗していることについてNUV等は確かに争っており、トムキャビネットの反論はこの点で十分とは認められない。当裁判所は、適切/有効な手段の実施により、トムキャビネットのウェブサイトを絶えず注意し、採用している「ノーティス・アンド・テイクダウン」手続きにより違法な電子書籍をそのウエブサイトから削除することができるようにしており、NUV等(又は出版社)の助けになっているというトムキャビネットの主張をその限りにおいて採用できない。侵害行為に対する適切な手段の実施に関する責任はまず第一に、上述のやり方でそれを実際に容易にしているトムキャビネットにある。
3.7.2.NUV等に参加している出版社(及び著作者)にトムキャビネットのもののようなウェブサイトを通じて違法な電子書籍の再販売の結果として損害が生じていると十分認めることができる。したがって、NUV等はその目的を達するのに明らかな利益を有しており、その要求は十分切迫したものである。
当裁判所は、3.7.1で話した根拠は控訴における説明で許されない形で補充されたものであるというトムキャビネットの主張を却下する。仮処分手続き内においても訴えの基礎となる根拠の補完は許される(控訴において2つのことが比較検討される場合)。
3.7.3.当裁判所は、NUV等が求めた禁止を限定的な形で認める、ここで、当裁判所は、トムキャビネットがなお電子書籍の違法な入手をそのウェブサイトにおいて抑止するために十分有効な手段をうまく取るべきであったと考え、仮処分手続きの裁判官にその禁止を課すことを求める。
詳しくは上の判決文の翻訳部分を呼んで頂ければと思うが、要するに、アムステルダム高裁は、前の判決同様電子書籍の中古販売はあり得るとしているものの、電子古書サイト運営者であるトムキャビネットの今のやり方では不正コピー対策が不十分であるという玉虫色の両成敗判決を書いているのである。
控訴審ではトムキャビネット側全面勝訴の判決は書きづらかったのだろうし、やはり電子書籍の中古販売を許容している点でこの控訴審判決も注目に値すると思うが、このような判決では両当事者とも不満だろうし、上の判決文にも書かれている通り、この手続きは仮処分に過ぎず、さらに上告や本訴の手続きもあり得る上、欧州司法裁の判決の射程が問題になっているため、どこかの時点で欧州司法裁への質問の付託がなされることも当然予想され、本当の意味での決着にはまだ相当時間がかかるのは間違いないだろう。
前にも書いた通り、電子データのやり取りに関する法的・技術的な問題は理解できなくはないものの、紙の本で認められていたことが電子データになった途端認められなくなるというのは消費者としてどうにも納得の行くことではなく、世界的な趨勢が見えて来るまでまだ相当時間がかかるのはやむを得ないとしても、何らかの形で、電子古書は認められて行って良いのではないかと私は思っている。
(2015年2月16日夜の追記:翻訳文中の誤記を幾つか直し、合わせて文章を整えた。)
(2015年2月25日夜の追記:トムキャビネットが、上で取り上げた判決を受け、電子透かしを導入し自社サイトで販売した正規品のみ再販売可としたということを伝えるITmediaの記事へのリンクをここにも張っておく。ただ、その程度のことで収まりがつく話とも思えず、このオランダの裁判はまだ続くだろうと私は踏んでいる。)
| 固定リンク
「著作権国際動向(その他いろいろ)」カテゴリの記事
- 第464回:一般フェアユース条項への移行を含む2021年シンガポール新著作権法他(2022.08.14)
- 第444回:利用者のフェアディーリングの権利と著作者の権利の間のバランスを言うカナダ最高裁の判決(2021.09.05)
- 第435回:中国新著作権法の権利制限関係規定(2021.01.31)
- 第418回:2019年の終わりに(文化庁第2回検討会のダウンロード違法化・犯罪化対象範囲拡大条文案他)(2019.12.29)
- 第415回:ダウンロード違法化・犯罪化を含まないスイスの著作権法改正、写り込み等に関する文化庁の権利制限拡充検討、ブロッキング訴訟東京高裁判決(2019.11.17)
コメント